iets mythisch verwachtte ik niet maar ik kreeg het toch
toen ik op de laatste dag van het leven zoals ik het gekend had
samen met de immomakelaar het onroerend erfgoed op het sint-jansplein verliet
met de bedoeling om er gauw, voor even definitief, terug te keren
antwerpen was me niet vreemd, omgekeerd ook niet
en toch waren we nog nooit van elkaar geweest, op die ene dag na:
het stad staat vereeuwigd op mijn identiteitskaart
het stad zou zeggen: ik ben jouw identiteit, jouw branie, jouw habitat, jou
maar dat laatste zouden we allebei te boud vinden voor woorden & werkelijkheid
we zijn onszelf, niet elkaar
“antwerpen fijne stad waar ga je wonen een penthouse wauw waar tsjintjansplein zijde zot?”
een gebruikelijke vergissing, mensen vergissen zich
verwarren sint-jansplein in 2020 met new york city in 1979 van kathy acker
of denken dat sodom & gomorra nog steeds bestaan en dat ik daar woon
iets mythisch verwachtte ik niet maar ik kreeg het toch
toen ik op de laatste dag van het leven zoals ik het gekend had
de ondergrondse parkeergarage van het sint-jansplein betrad en in een hoekje op de -1
veel minder onzichtbaar dan het klinkt
een man schaamteloos zag defeceren naast een aangeroerd blik bier
onze blikken kruisten elkaar even
we knikten net niet maar dat hoefde ook niet
we waren onszelf, niet elkaar
& we hielden dat vol, houden dat vol, voor even definitief.